Eenheid in Christus zet een kracht vrij die op geen andere manier bereikt kan worden: niets zal onmogelijk zijn. De wereld heeft ook de kracht van eenheid ontdekt, maar gebruikt deze veelvuldig op een verkeerde manier. De inwoners van Babel werkten in eenheid samen om naam te maken. Zij zeiden: ‘Kom, laten wij voor ons een stad bouwen, en een toren waarvan de top in de hemel reikt, en laten we voor ons een naam maken, anders worden wij over heel de aarde verspreid!’ (Genesis 11:4, HSV). God zag deze kracht van eenheid en wist dat hun hart niet op Hem maar op henzelf was gericht. Hij wist wat er gebeuren zou als de kracht van eenheid echt zou worden vrijgezet: ‘Zie, zij vormen één volk en hebben allen één taal. Dit is het begin van wat zij gaan doen, en nu zal niets van wat zij zich voornemen te doen, voor hen onmogelijk zijn’ (vers 6).

De wereld heeft de kracht van eenheid vaker toegepast dan de kerk, waardoor zij meer vooruitgang heeft geboekt dan het lichaam van Christus. Jezus zei: ‘Wederom, Ik zeg u, dat als twee van u op de aarde iets eenparig zullen begeren het hun zal ten deel vallen van mijn Vader die in de hemelen is. Want waar twee of drie [in eenheid] vergaderd zijn in mijn naam, daar ben Ik in hun midden’ (Mattheüs 18:19, HSV). Mattheüs gebruikt hier voor ‘eenparig begeren’ het Griekse woord symphōneō. Dat betekent letterlijk ‘harmoniëren’ (een harmonieuze klank van verschillende muziekinstrumenten), het ‘in harmonie eens zijn’, of zoals een Grieks-Engels woordenboek het weergeeft: to sound together, be in accord. Als we eensgezind optrekken en eenparig iets verlangen, zullen we Gods tegenwoordigheid in ons midden ervaren.

Het effect van een eensgezinde kerk mogen we dus vergelijken met de uitvoering van een symfonieorkest. Voordat de dirigent op het toneel verschijnt, stemmen de muzikanten hun instrumenten. Iedereen speelt op zichzelf zonder rekening te houden met een ander. Ze produceren een kakofonie van jewelste. Maar als de dirigent verschijnt zwijgen de chaotische klanken. Alle ogen zijn nu op de dirigent gericht. Ieder lid van het orkest is klaar om te spelen zoals de dirigent het leidt. Met een vloeiende beweging van zijn dirigeerstokje begint het orkest hemelse muziek te spelen: de symfonie van Gods liefde. Wat maakt het verschil? Niemand speelt op zichzelf en het hele orkest speelt in dezelfde toonsoort.

Ware eenheid is dat we als kerken in harmonie samenwerken. Van de muziekwereld kunnen we leren dat harmonie niet hetzelfde is als gelijkluidend. In het lichaam van Christus zingen we niet allemaal dezelfde noot, maar we zingen wel met z’n allen hetzelfde lied. Kiezen voor eenheid betekent dat we elkaar het recht geven ons eigen deel te zingen en onze eigen noot te laten klinken, terwijl we ervoor zorgen in harmonie te zijn met de visie van het lichaam. We lezen dezelfde notenbalk op dezelfde bladzijde van Gods bladmuziek. God wil dat we in harmonie samenspelen. Een samenklank waar de hemel stil van wordt en van in beweging komt.

Laten we Gods belofte dat niets onmogelijk is als wij in eenheid optrekken niet begrenzen. Laten we ervoor kiezen om ons te bewegen in de kracht van eenheid, dan beginnen er machtige dingen van God te gebeuren. We hebben nog niet gezien wat God kan doen met een kerk die kiest voor eenheid.

Uit: Ik ben één van wij