Hij kent de weg

God heeft nooit gezegd dat ziekte en ongelukken je bespaard zullen blijven als je goed leeft –  dat het kwaad alleen mensen zal overkomen die het ernaar gemaakt hebben. In dit leven kan jou alles overkomen wat je buurman ook overkomen kan. God heeft nooit gezegd dat jij niet door het dal van diepe duisternis heen zult gaan. Integendeel, Psalm 23 leert ons dat dit onvermijdelijk is: momenten van verlies, eenzaamheid, ziekte, ontmoediging of vervolging zullen ons overkomen. Als je door ‘een dal van diepe duisternis’ gaat kan alles om je heen bedreigend lijken, of zelfs zijn. Misschien zie je geen hand voor ogen, is de zon in geen velden of wegen te bekennen en lijken de metershoge muren op je af te komen. Weet dan dat de Goede Herder zijn schapen nooit daar laat gaan waar Hij zelf niet eerst is geweest. Hij kent de gevaren op het pad en kent de verlammende, angstige gedachten van elk van zijn schapen. Hij kent de weg. En Hij zal je nooit die weg alleen laten bewandelen.

Uit: De Goede Herder