Nooit meer oordelen

De Bijbel roept ons op om nooit een oordeel over iemand uit te spreken: ‘U die een oordeel uitspreekt over anderen, gaat zelf niet vrijuit, wie u ook bent. Want door over anderen te oordelen, veroordeelt u zichzelf; door te oordelen doet u hetzelfde als zij’ (Romeinen 2:1, GN).

Oordelen is denken dat we weten waarom de ander iets fout doet. Wij weten echter nooit genoeg over iemand om een oordeel over hem te vellen. God alleen is waardig en in staat om mensen rechtvaardig te oordelen. Wij niet. Wij zien maar een klein stukje van wie iemand werkelijk is. Is iemand te opdringerig? Misschien is hij bang dat hij weer genegeerd gaat worden. Is iemand te bescheiden? Misschien is hij bang om opnieuw te falen. Is iemand te langzaam? Misschien is hij de vorige keer dat hij zich haastte gevallen. Wij weten het niet. God weet het. En het is niet alleen hun verleden dat we niet kennen. We weten ook niets over wat er morgen met hen gebeuren zal. Mogen we een boek beoordelen, waarvan nog niet alle hoofdstukken geschreven zijn? Mogen we een oordeel over een schilderij uitspreken als de schilder de kwast nog in handen heeft? Hoe kunnen we iemand afwijzen als het werk van God nog niet af is?

Daarom roept God ons op om genadig voor elkaar te zijn. De Petrus die vanavond Jezus bij het vuur verloochent, kan Hem bij het Pinkstervuur van morgen verkondigen. De Simson die vandaag blind en zwak is, kan morgen zijn laatste krachten gebruiken om de zuilen van goddeloosheid onderuit te halen. Een stotterende herder van vandaag kan de Mozes van morgen zijn. Noem Noach geen idioot, misschien heb je nog weleens een lift van hem nodig! God heeft vertrouwen in het volmaakte werk van zijn Zoon voor al die onvolmaakte mensen. Daarom zullen wij niet oordelen, maar vertrouwen. Laten we ons vertrouwen in God de Vader niet verliezen, die zelf vertrouwen houdt in al zijn kinderen.