God ziet naar ons om

Het is vrijdagmiddag, de tweede dienst van de eerste Wonder van het kruis conferentie in Semarang, Indonesië. Aandachtig luisteren de mensen naar de boodschap over het derde wonder van het kruis: het wonder van reiniging. Aan het einde van de prediking klinkt de uitnodiging: Kom naar voren als je wilt dat God de pijn aanraakt, die ligt in de herinnering aan de zonde in jouw leven. Laat God je hart genezen.

Mijn ogen glijden over de mensen. Aarzelend zie ik de eerste naar voren komen, anderen volgen. Dan zie ik haar. Een vrouw op de tweede rij. Op haar gezicht lees ik de tweestrijd die zich vanbinnen afspeelt. Enerzijds het verlangen haar hart bij God uit te storten en anderzijds de angst om die stap te zetten. Nogmaals klinkt de uitnodiging. Ze twijfelt, haar angst wint het van haar verlangen.

De dienst gaat verder. Het gebedsteam bidt voor de mensen. Er gebeuren vooraan mooie, ontroerende dingen. Maar deze vrouw laat me niet los. Terwijl ik voor andere vrouwen bid, zoeken mijn ogen haar telkens weer op, terwijl zij op haar stoel zit. Als er vooraan niemand meer is om voor te bidden, voel ik een aansporing vanbinnen: Ga naar haar toe. Ik twijfel: kan ik dat wel maken? Is dat wel gebruikelijk hier? Wat zullen de mensen wel niet van me denken?

Maar dan neem ik een besluit. Ik ga naar haar toe en ik vraag ze gebed wil. Met betraande ogen kijkt ze naar me op en zegt: graag! Dan bid ik met haar. Samen zijn we ontroerd om wat God doet deze middag. Hij laat zich kennen als de God die naar ons omziet. Midden tussen alle mensen die de conferentie bezochten had God deze vrouw op het oog. Midden tussen alle mensen op deze wereld heeft hij jou en mij op het oog.  Wat een wonder!

Door Gerdien Lammers