God ziet oprecht verlangen

Ik zal een jaar of negen geweest zijn toen mijn ouders voor het eerst samen op vakantie gingen om onze nieuw gekochte bungalowtent uit te proberen. Samen met mijn broers en zusje mocht ik naar een christelijk zomerkamp in Soest, waar ik de tijd van mijn leven had. Ik herinner me hoe ik hier voor het eerst ‘mijn hartje’ aan de Here Jezus heb gegeven. Nooit zal ik het geloof van een kind onderschatten. Het was op dit kinderkamp dat God mij duidelijk maakte dat ik het zijn Woord over de hele wereld zou verkondigen. Dit maakte diepe indruk op mij.

Ik bezocht trouw de plaatselijke kinderbijbelclub waar we punten konden sparen door aanwezig te zijn en Bijbelteksten uit het hoofd te leren. Een paar keer per jaar konden we onze punten inwisselen voor een handgemaakte pop of auto. Als je lang genoeg door- spaarde kon je er zelfs een Bijbeltje voor ‘kopen’. Daar had ik mijn zinnen op gezet. Wat was ik blij toen ik mijn Bijbel in handen had! Ik had een groot verlangen om erin te lezen, God had mij immers geroepen om zijn Woord te verkondigen. Ik was ongeveer tien jaar toen ik deze woorden in mijn Bijbeltje las: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die veraf zijn, zovelen als de Heere, onze God, ertoe roepen zal (Handelingen 2:38-39). Dit was wat ik wilde en wat ik volgens mij nodig had. Ik vroeg aan mijn ouders of ik ook gedoopt mocht worden. De belofte was immers ook voor kinderen? Helaas vond de oudstenraad dat ik te jong was. Ik moest van hen wachten tot ik zestien was. Ik was teleurgesteld, maar had in mijn Bijbeltje gelezen dat God de Heilige Geest zou geven aan hen die Hem daarom vragen (Lukas 11:13). Dat heb ik een jaar lang trouw gedaan.

Toen er een gastspreker in onze gemeente sprak over de doop in de Heilige Geest zat ik op het puntje van mijn stoel. Dat was precies waar ik voor aan het bidden was! Aan het eind van zijn prediking deed hij een uitnodiging om de doop in de Heilige Geest te ontvangen. Ik durfde niet naar voren te gaan. De oudstenraad had immers gezegd dat ik te jong was om gedoopt te worden. Deze zondagmorgen ging niemand naar voren. Maar God had mijn aanhoudend gebed gehoord en mijn oprechte verlangen gezien. Tijdens het zingen gebeurde het onverwachte. Ik voelde Gods kracht op mij komen. Een onbeschrijfelijke blijheid borrelde in mij naar boven, waarna ik spontaan in tongen begon te zingen. Ik was blij en verward tegelijk. Mocht ik deze gave wel ontvangen? Ik was toch veel te jong? Later die middag heb ik het mijn ouders verteld die me goed hebben opgevangen.

Nu weet ik hoe belangrijk de doop in de Heilige Geest is geweest voor mij, juist ookin mijn tienerjaren. Toen ik zestien was mocht ik me laten dopen en ontving ik een ‘dooptekst’: En wat u betreft, de zalving die u van Hem ontvangen hebt blijft op u, en u hebt niet van node dat iemand u lere; maar gelijk zijn zalving u leert over alle dingen en waarachtig is en geen leugen, blijf in Hem, gelijk zij u geleerd heeft (1 Johannes 2:27, NBG). Ik wist dat de Heilige Geest mijn innerlijke Leraar was, die mij inzicht zou geven in het Woord van God om mij toe te rusten voor de bediening die voor mij lag. Dit heb ik de afgelopen veertig jaar voortdurend mogen ervaren. De dag waarop ik gedoopt werd in de Heilige Geest is een onnoembare zegen voor mij geweest. Tongentaal is een bijzonder waardevolle gave van de Heilige Geest die mij in moeilijke omstandigheden vreugde en kracht geeft om door te gaan en nooit op te geven.

Uit: Gods Geest in en op ons (NIEUW!)