Jij kunt altijd tot zegen zijn

Als je in de tijd van Jezus voor een maaltijd was uitgenodigd, dan wist je dat je, zolang de gastheer je beker vol schonk, welkom was. Als de beker leeg bleef, was dat een teken van de gastheer dat het tijd werd je bezoek te beëindigen. Maar… als de gastheer je beker overvloedig vulde, zodat de wijn over de rand op de tafel vloeide, genoot hij bijzonder van jouw aanwezigheid. David zegt dat de Goede Herder je uitnodigt aan zijn tafel en dat Hij ervoor zorgt dat je beker zal overstromen. Omdat Hij geniet van jouw aanwezigheid. Zijn hart gaat helemaal naar je uit. Hij kijkt met ogen vol van liefde naar jou. Hij geniet ervan als jij geniet, als je lacht en als je danst. Hij houdt van jou en niets wat je denkt, zegt of doet kan daar iets aan veranderen. Hij is bij je, al de dagen van je leven. Hij stort zijn zegeningen op een buitensporige manier over je uit om rijkelijk van uit te delen. God wil je overvloedig zegenen zodat je boven het niveau van je eigen behoeften wordt uitgetild en daardoor in staat bent om uit te reiken naar de behoeften van anderen. Je ontvangt zoveel blijdschap, vrede en kracht dat je rijkelijk kunt uitdelen aan de mensen om je heen. Als jij je werk of je gezondheid bent kwijtgeraakt, veroorzaakt dit eerst een schok en brengt het je in verwarring. Maar in welke situatie je ook zit, jij kunt altijd tot zegen zijn, omdat de Goede Herder altijd bij je is. Hij zal je helpen om tot zegen te zijn in alle omstandigheden, omdat je hiertoe geroepen bent: ‘Zegen juist, opdat u ook zelf zegen ontvangt, want daartoe bent u geroepen’ (1 Petrus 3:9, NBV).

Uit: De Goede Herder