Jezus gaat verder dan vrouwen respect betonen. Hij doet iets wat niemand verwacht. Hij nodigt vrouwen uit om zijn discipelen te worden. Terwijl rabbi’s hun woorden: ‘Neem mijn juk [lees: mijn specifiek onderwijs] op je en volg mij’ alleen richten tot veelbelovende mannen, opent Jezus zijn armen wijd en roept: ‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven. Neem mijn juk [míjn onderwijs] op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’ Geen uitsluiting, geen kleine lettertjes – iedereen mag komen, niemand uitgezonderd. De farizeeën en schriftgeleerden vinden het waanzin. Jarenlang hebben zij de Schrift bestudeerd, en nu komt deze Rabbi uit Galilea die ongeschoolden, buitenbeentjes en zelfs vrouwen uitnodigt om Hem te volgen? Onacceptabel, vinden ze. Maar Jezus ziet wat zij missen. Jezus ziet hoe waardevol ze zijn. En dat verandert alles.
En de vrouwen grijpen deze kans. Ze blijven geen passieve toeschouwers, maar worden actieve volgelingen. Ze leren van Hem, dienen Hem en getuigen van Hem. Ze zijn getuige van zijn wonderen, staan aan de voet van zijn kruis, zijn de eersten die zijn lege graf ontdekken en de wereld verkondigen dat Hij leeft. Verkondigers van het evangelie. Discipelen in de volste zin van het woord. Voor vrouwen die vaak ‘vermoeid en belast’ waren door een wirwar van regeltjes en zelfverzonnen wetten in een samenleving – onderdrukking, lage status, uitsluiting – brengt dit bevrijding. Jezus bevestigt hun waarde en hun plaats in Gods koninkrijk. Dat maakt Hem onweerstaanbaar.
Critici kunnen betogen dat de twaalf discipelen van Jezus allemaal mannen waren, wat suggereert dat discipelschap niet voor vrouwen was bedoeld. De twaalf vormden inderdaad een bijzondere groep, verwijzend naar de twaalf stammen van Israël. Maar daarbuiten omringde Jezus zich met een diverse kring van volgelingen, waaronder vrouwen die Hem dienden, van Hem leerden en zijn boodschap verspreidden. Maria, de zus van Marta, zat bijvoorbeeld aan Jezus’ voeten om naar zijn onderricht te luisteren. Een houding die kenmerkend was voor een discipel en in die tijd ongekend voor een vrouw. Discipelschap was voor Jezus niet exclusief voorbehouden aan mannen. De vrouwen die Hem volgden, belichaamden dit ten volle.
Met zijn inclusieve houding doorbreekt Jezus de tradities van zijn tijd en legt Hij de basis voor het koninkrijk van God waarin, zoals Paulus later schrijft, ‘geen onderscheid is tussen man en vrouw’ in Christus. Door vrouwen toe te staan Hem te volgen en zijn discipelen te zijn, maakt Jezus duidelijk dat zijn koninkrijk openstaat voor ieder die zijn stem hoort en zijn onderwijs wil omarmen. Jezus’ uitnodiging aan iedereen is daarmee niet alleen een troostrijke belofte, maar ook een universele uitnodiging die vrouwen een volwaardige plaats toekent in Gods koninkrijk.
