Er bestaat een oud verhaal over een man die zijn been verloor. Hij trok zich terug in een klooster. Zijn boosheid op het leven weerspiegelde zich in tekeningen die hij maakte van gebarsten vazen en andere beschadigde dingen. Ze stonden voor zijn eigen gebrokenheid. In de loop van de tijd vond hij innerlijke rust en veranderde zijn visie op het leven. Toch bleef hij kapotte vazen tekenen. Zijn leermeester vroeg op een dag aan hem: ‘Waarom teken je de vazen nog steeds met barsten erin? Voel je je nog niet geheeld?’ De man antwoordde: ‘Jawel, maar ik wil de mensen laten zien dat juist door de barsten het licht naar buiten schijnt.’ Dit oude verhaal wil je helpen om je niet te laten ontmoedigen als je de nodige beperkingen en zwakheden bij jezelf ontdekt. ‘There’s a crack in everything,’ zingt Leonard Cohen. ‘That’s how the Light gets in!’ Via de scheurtjes komt het licht naar buiten. Daarom schrijft Paulus: ‘In het begin heeft God gezegd: ‘Er moet licht schijnen in het donker.’ Diezelfde God heeft het licht ook in mij laten schijnen! Hij liet mij Jezus Christus zien. En ik zag dat het gezicht van Jezus straalde met een hemelse glans, de glans van God zelf. En God wil dat ik dat aan iedereen bekendmaak. Het goede nieuws is een kostbare schat. En ik ben de breekbare kruik waar die schat [het licht] in bewaard wordt. Dat is goed. Want daardoor is het duidelijk dat de enorme kracht van het goede nieuws niet van mij komt, maar van God’ (2 Korinthe 4:6-7, BGT).

Uit: Live in Love