God lijdt met ons, omdat zijn liefde zo groot is

God is de enige die mee kan lijden in onze pijn. Hij zegt: ‘Ik zal in de benauwdheid bij jullie zijn. Ik zal jullie uitredden en tot ere brengen’ (Psalm 91:15, NBG). Jesaja 63:9 verwoordt het ongrijpbare: ‘In al hun benauwdheid was Hij benauwd’ (HSV). God is de enige die met ons mee kan lijden. Onze nood is zijn nood. Onze pijn is zijn pijn. In onze benauwdheid is ook Hij benauwd. God lijdt niet uit machteloosheid of doorschuld. God lijdt omdat zijn liefde zo groot is. Hij blijft zijn schepping ook na de zondeval vasthouden. Daarin toont Hij de grootheid van zijn liefde. Maar daarmee aanvaardt Hij ook het lijden. God neemt ons lijden in de tussentijd serieus. Onze tranen lopen via Gods wangen om in een kruik opgevangen te worden: ‘Mijn omzwervingen hebt U opgetekend, mijn tranen opgevangen in een kruik. Hebt U ze niet vermeld in uw boek?’ (Psalm 56:9, GN). Ons verdriet gaat God aan het hart. Hij kan het niet aanzien dat onze tranen verloren gaan. Daarom vangt Hij ze op in een kruikje. Elke traan wordt door Hem in zijn boek opgetekend. Hij laat onze tranen niet verloren gaan. God draagt het kruikje met onze tranen op zijn hart. Tot de dag dat Hij aan elke traan recht zal doen. Op die dag zal Hij alle tranen van onze ogen wissen: ‘Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij’ (Openbaring 21:4). Tot die tijd mogen we onze tranen en die van anderen huilen. Tot die tijd zal God onze tranen opvangen en bewaren.

Uit: Hoe God naar je kijkt