De laatste achttien uur van Jezus’ leven op aarde is een magistraal Paas-epos waarin we een soevereine Jezus te zien krijgen die zich openbaart als het Lam van God en Hogepriester tegelijk, die vernedering en bespotting op een koninklijke wijze doorstaat. De laatste achttien uur van Jezus’ leven getuigen van een ongekende moed, liefde en kracht. Jezus is geen slachtoffer geworden van zijn succes. Ze hebben mijn Jezus niet vermoord. Voordat Hij naar Jeruzalem ging om te sterven zei Hij: ‘Hierom heeft Mij de Vader lief, omdat Ik mijn leven afleg om het weder te nemen. Niemand ontneemt het Mij, maar Ik leg het uit Mijzelf af. Ik heb macht het af te leggen en macht het weer te nemen’ (Johannes 10:17-18, NBG).

Aan het kruis laat Jezus ons zien wat volmaakte liefde is en wordt Gods grootheid openbaar, waar Jezus enkele uren voor zijn sterven voor heeft gebeden: ‘Vader, nu is de tijd gekomen, toon nu de grootheid van uw Zoon, dan zal de Zoon uw grootheid tonen’ (Johannes 17:1, NBV). Even later verscheen een engel uit de hemel om Jezus bovennatuurlijke kracht te geven om door het lijden heen de grootheid van Gods liefde te laten zien (Lucas 22:43). Jaren later schreef Johannes, die ooggetuige was: ‘Hij had zijn vrienden in de wereld lief, en zijn liefde voor hen zou nu tot het uiterste gaan’ (Johannes 13:1, GN). Het was zuivere liefde die Jezus aan het kruis genageld hield. Een liefde die nooit eerder is gezien. Hij gaf zijn leven om de Dood op eigen terrein te verslaan en na drie dagen weer op te staan.

Wat een liefde.

Uit: Het Wonder van het Kruis