Met kerst vieren we Gods liefdesinvasie in de wereld. In de kerstnacht liet God zijn eigendomsrechten gelden en werd de vlag van Gods koninkrijk op aarde gepland. Met Pasen vieren we dat Jezus is opgestaan uit de dood en dat duisternis, dood en kwaad niet het laatste woord hebben. Met Hemelvaart vieren we de triomftocht van Jezus naar de hemel.

Wist je dat Jezus zowel aan het begin alsook aan het eind van zijn bediening over zijn hemelvaart heeft gesproken? Tegen Nicodemus zei Hij: ‘Er is toch nooit iemand opgestegen naar de hemel, behalve degene die uit de hemel is neergedaald: de Mensenzoon? (Johannes 3:13). Verderop schrijft Johannes: ‘Jezus wist dat zijn tijd gekomen was en dat Hij uit de wereld terug zou keren naar de Vader’ (Johannes 13:1). De avond voordat Hij zou sterven bereidde Jezus zijn discipelen niet alleen voor op zijn sterven, maar ook – meerdere keren – op zijn hemelvaart. Hij zei tegen hen: ‘Ik heb dit niet eerder gezegd, want Ik was bij jullie. Nu ga Ik weg, naar Hem die Mij gezonden heeft. (…) Ik ben bij de Vader vandaan gegaan en naar de wereld gekomen, nu verlaat Ik de wereld weer en ga Ik terug naar de Vader’ (Johannes 16:4-5 en 28).

Veertig dagen na zijn opstanding keerde Jezus terug naar zijn Vader in de hemel. Zijn hemelvaart was de afsluiting van zijn verschijningen. De manier waarop Jezus de aarde verliet is net zo uniek als de manier waarop Hij naar de aarde kwam: Jezus verliet de wereld veertig dagen na zijn dood. Dat is vrij uniek. Dat heeft niemand Hem nagedaan: Hij verliet de wereld in levenden lijve. Het was de dag dat Jezus gekroond werd en ingehuldigd als de Koning der koningen en Heer der Heren (Openbaring 19:16). Het was de dag waarop Hem alle macht in hemel en op aarde in handen werd gegeven (Matteüs 28:18). Sindsdien zit Jezus aan de rechterhand van de Vader om Gods plan verder tot uitvoer te brengen. De troonzaal is Gods hoofdkwartier – de controlekamer – de plek van waaruit Jezus op aarde regeert. Hij zet zijn werk voort in de hemel en komt terug om zijn werk op aarde af te maken.

Uit: De muizenval, Gods invasie in de wereld